Vraag: waarom wordt de wet soms niet letterlijk voorgelezen?
25 januari 2014 Plaats een reactie
Vraag:
Waarom wordt de wet soms niet letterlijk voorgelezen uit Ex.20 of Deut.5? Doet het geen afbreuk aan Gods Woord als voorgangers er zelf variaties bij bedenken?
Reactie:
Er zijn twee redenen om in de wetslezing af en toe andere woorden te gebruiken dan de letterlijke bijbeltekst. In de eerste plaats is variatie nodig om de wet echt te horen. Als je elke week dezelfde woorden hoort, hoor je uiteindelijk niets meer. Dat is dodelijk voor de wet! In de tweede plaats is de wet op sommige punten toegesneden op de tijd van Israel in het Oude Verbond. Bijna niemand heeft meer een rund of ezel, wij houden niet de sabbat maar de zondag als rustdag en men gebruikt in onze cultuur geen afgodsbeel-den. Bovendien hebben de geboden in Jezus Christus een veel diepere klank gekregen. We leven immers in een nieuwe fase van de verbondsgeschiedenis. Er zitten best wat schakels tussen de tekst van de wet en ons leven. Een ervaren kerkganger maakt deze vertaalslag bijna automatisch. Maar voor jongeren en onervaren gelovigen is het niet direct duidelijk. Ze ervaren het als verwarrend of zelfs vervreemdend.
Hier komt nog iets bij: de lezing van de tien geboden is pas vanaf de Reformatie (16e eeuw) een vast onderdeel in de liturgie. Natuurlijk was de grondwet van het verbond bekend en werd er ook regelmatig onderwijs uit gegeven. In de liturgie had de schuldbe-lijdenis altijd wel een vaste plek. In de gereformeerde eredienst werd de wetslezing ge-bruikt om aan de zonden te ontdekken. Men gebruikte overigens de wet ook wel in haar tweede functie: als oproep om heilig te leven. Tegenwoordig gebeurt dit door de wet soms aan het einde van de dienst een plaats te geven.
Dat de tien geboden ook vandaag een belangrijke plaats innemen in het leven met God, staat buiten kijf. Bij de Sinaï markeerde de wet de verbondssluiting met God. Omdat elke kerkdienst op zondagmorgen de vorm heeft van verbondsvernieuwing (roeping, schuld-belijdenis, genadeverkondiging, vernieuwing, lofprijzing), past de wetslezing daar goed.
Dit maakt ons terughoudend om de wet te vervangen of te veranderen. Ook al, omdat God zelf deze woorden heeft opgeschreven. Tegelijft bestaat het risico van eentonigheid en vervreemding. Daarom kiezen veel voorgangers ervoor soms enige variatie aan te brengen in de wetslezing. Hiervoor is een aantal mogelijkheden:
– de wet uitleggend weergeven, eventueel een gebod eruit lichten
– de wet vereenvoudigen voor bv kinderen of een aangepaste dienst
– laten horen hoe de wet in Christus klinkt (er is een aantal versies ontwikkeld)
– andere bijbelgedeelten lezen die dezelfde functie hebben: om kerkgangers aan zonden te ontdekken of aanwijzingen te geven voor het nieuwe leven
– de wet in een berijming laten zingen
Al deze variaties hebben voor- en nadelen. Maar ze zijn bedoeld om de wetlezing levend te houden en de kracht van Gods wet niet uit te hollen. Want in de tien woorden spreekt God zelf ons aan.