Vraag: hoe zwaar weegt je ja-woord in de kerk?
10 februari 2014 Plaats een reactie
Vraag:
Het viel me op dat je over de ja-woorden in de kerk zei: Ik hoor dat ook als een gebed tot God. Het voelde voor mij als een afzwakking. Is het niet vooral een belofte, waar je aan te houden bent? Als je het een gebed noemt, dan klinkt het anders.
Verder moest ik ook denken aan de ja-woorden van de ambtsdragers: Sommigen zeggen ja, maar doen nee: ze zijn wel ambtsdrager, maar vullen het nauwelijks in. En hoe zwaar weeg het ‘ja’ als er halverwege een ontheffingsvraag komt i.v.m. een cursus oid?
Reactie:
In de kerk wordt geen eed gevraagd, maar een ja-woord, juist vanwege Mat.5:37. In een eed ‘zo waarlijk helpe mij God almachtig’ roep je God er niet alleen bij als getuige, maar ook als hulp om je gelofte in te lossen. In het ja-woord in de kerk klinkt dat ook mee: beloften doe je nooit in eigen kracht. Maar tegelijk wel altijd gemotiveerd om je ervoor in te zetten. Die inzet, liefde en trouw mag van je gevraagd worden, ook bij het ja-woord bij huwelijk, geloofsbelijdenis of ambtsdragers-bevestiging. Tegelijk doen zich in de praktijk situaties voor dat mensen zich van hun belofte ontslagen weten. Daar is niet een algemene uitspraak over te doen, behalve dat ieder dit moet verantwoorden voor God en misschien ook voor de gemeente/kerkenraad aan wie de belofte immers ook gegeven is.
Ja-zeggen en nee-doen past een mens niet, een christen al helemaal niet. Hierin speelt vaak ook mee wat je van elkaar en van jezelf verwacht. Duidelijkheid daarover kan veel teleurstelling voorkomen. Je belooft niet alle gewoonten en verwachtingen uit te voeren. Je belooft wel je ambt trouw en christelijk te vervullen. Of een cursus een reden is om ontheffing te vragen, hangt van de situatie af. In de praktijk vinden ambtsdragers dit vaak niet eenvoudig. Toch komen verantwoordelijkheden soms in conflict met elkaar en moet er een keuze gemaakt worden.